Verkeersmanagement
Advertisement


Dit artikel beschrijft factoren die bijdragen aan het succes van monitoringsprojecten. Ook staan de leerpunten op een rij die zijn opgedaan tijdens de uitvoering van projecten. U wordt van harte uitgenodigd uw eigen ervaringen toe te voegen.

Succesfactoren[]

  • Een verantwoordelijke bestuurder die lef toont en het project draagt, zorgt voor financiële middelen en voor daadkracht in de besluitvorming. Daarmee maakt hij het project ook zichtbaarder voor het publiek.
  • Door veel verschillende subsidieprgramma's en andere fondsen aan te spreken, kan het geld worden verkregen om een project voor regionale verkeersmonitoring op te starten en te realiseren, eventueel eerst als pilot.
  • Een goed samenwerkend team voor de projectbegeleiding is een belangrijke voorwaarde voor succes.
  • Een stapsgewijze aanpak van een project voor regionale verkeersmonitoring. Een goed eindresultaat is belangrijker dan het project zo snel mogelijk af te hebben. Bovendien is het een complex proces, waarin veel partijen betrokken moeten blijven.
  • De noodzaak van een aanpak op regionale schaal van de verkeersafwikkeling, is de belangrijkste drijvende kracht achter de samenwerking.
  • De kosten voor de implementatie en onderhoud van verkeersmonitoring kunnen beperkt worden door zoveel mogelijk bestaande systemen te benutten. Enerzijds door gegevens uit al bestaande inwinsystemen te gebruiken (bijvoorbeeld VRI's), anderzijds ook praktisch door bestaande portalen en masten te gebruiken om nieuwe meetapparatuur aan te bevestigen.
  • Een bestek met veel ruimte voor marktpartijen en een indeling in percelen is zowel in Rotterdam als in Amsterdam als positief ervaren. Een belangrijk onderdeel van het bestek is de definitie van de kwaliteit van de te leveren gegevens, hoe deze moet worden aangetoond en hoe de kwaliteit geborgd wordt gedurende de looptijd van het contract voor zeven jaar exploitatie.
  • Het inwinnen van gegevens en aanbieden van verkeersinformatie over met name het onderliggend wegennet, waarover nog weinig bekend is, wordt zowel door regionale wegbeheerders als door weggebruikers al snel als positief ervaren. Ook al is de mate van detail en de kwaliteit van de informatie voor andere toepassingen nog niet op het niveau van beproefde inwinsystemen op het hoofdwegennet.
  • Prestatiecontractvormen, waarbij alleen gegevens worden ingekocht en geen meetsystemen, blijken bijvoorbeeld in Zuid-Holland goed te werken. In dit geval is het wel erg belangrijk gebleken om de eigendomsrechten van de verkeersgegevens vooraf goed vast te leggen in een contract.

gemanaged. De keten is nu eenmaal zo sterk als de zwakste schakel.[]

  • Voor het verbeteren en doorontwikkelen van een product voor regionale verkeersmonitoring zijn meerdere klanten (lees wegbeheerders) en meerdere concurrenten op de markt nodig. Als er maar één klant is met één leverancier, dan zal met name de leverancier maar beperkt investeren om zijn product te verbeteren.
  • Samenwerking hangt af van onderling vertrouwen. Indien in het proces van samenwerking dit vertrouwen groeit, kunnen in het samenwerkingsverband steeds complexere zaken aan de orde komen.
  • Bij samenwerkingsverbanden blijft ieder van de deelnemers verantwoording afleggen aan de eigen organisatie. Wanneer binnen elke organisatie prestatie-eisen worden gesteld aan de samenwerking, kan dit samenwerkingsverbanden verlammen.
  • Bij het realiseren van regionale verkeersmonitoring moet niet alleen aandacht worden besteed aan de inwinsystemen op en langs de weg, maar ook aan de centrale systemen. Welke algoritmes en modellen worden gebruikt voor de verwerking van gegevens? Worden deze systemen goed gefinetuned en gekalibreerd bij oplevering? En: is de capaciteit van de centrale server voldoende?
  • Veel centrale systemen kunnen wel invoer van gegevens uit verschillende bronnen en inwinsystemen aan, maar het combineren of integreren (datafusie) van die gegevens is vaak nog een probleem.
  • Een openbare aanbesteding levert veel goede ideeën op, ook in offertes die het uiteindelijk niet halen. Hier mag vervolgens echter niets mee worden gedaan.
  • In de praktijk blijkt dat het beter is om grote robuuste systemen in te voeren, dan zeer gedetailleerde en ver uitgedachte systemen. De variabelen bij een uitvraag/aanbesteding moeten niet te gedetailleerd worden opgesteld, omdat in de praktijk blijkt dat dit toch verandert.
  • Het aanbieden van regionale reisinformatie op bijvoorbeeld een regionale website is maar in beperkte mate interessant. Mensen reizen namelijk verder. Een nationale combinatie van al deze systemen, zoals het Nationaal Datawarehouse, biedt hiervoor een mogelijke oplossing.
  • Door leveranciers worden problemen ervaren met het aan tafel krijgeen van de juiste personen van een gemeente om interesse te wekken voor hun product. Vaak zijn deze producten een combinatie van het inwinnen van verkeersgegevens (monitoring) en op basis daarvan de aansturing van verkeerssystemen als VRI's in een (stedelijk) netwerk. De wethouder heeft wel interesse in het geheel maar begrijpt soms niet wat het gehele product kan. De wegbeheerder ziet alleen toegevoegde waarde voor een enkel kruispunt. De beleidsambtenaar trekt zijn eigen plan en heeft er geen interesse in. Om een succesvol project op te zetten, zijn alle partijen nodig. Maar het lukt bijna niet om iedereen tegelijk aan tafel te krijgen.

Bij de realisatie van de inwinsystemen door met name private partijen komen soms een aantal praktische problemen naar voren:

  • Voor het plaatsen van het systeem (detectoren) zijn vergunningen benodigd, zoals een bouwvergunning, opbreekvergunning, beschermd stadsbeeld. Het kost vaak veel tijd om alle vergunningen rond te krijgen.
  • Voor de werking van de systemen is voeding nodig. Hiervoor kan de voeding van de Openbare Verlichting (OV) worden gebruikt, of de voeding van een VRI, of er kan een nieuwe voeding worden aangelegd. In sommige gevallen werken gemeenten niet mee om de leverancier toegang te geven tot de stroomvoorziening voor OV of VRI. Daarnaast is de voeding voor de openbare verlichting soms maar zes uur ingeschakeld. In dit geval is er voor de inwinsystemen dus een aparte accu nodig.
  • De rechten om detectoren op bestaande masten en portalen van de gemeente plaatsen zijn niet altijd eenvoudig te verkrijgen.

Referentieprojecten[]

Ook binnen de volgende referentieprojecten zijn een aantal succesfactoren en leerpunten benoemd, onder andere ook met betrekking tot specifieke inwinsystemen:

  1. MTS - Actuele verkeersinformatie Noord-Brabant
  2. MOZO - Verkeersmonitoring in Amsterdam Zuidoost
  3. Roadside radar - Verkeersmonitoring in Zuid-Holland
  4. Haaglanden Mobiel - Verkeersmonitoring in regio Haaglanden
  5. MoRo - Verkeersmonitoring Rotterdam

Bronnen[]

Booz Allen Hamilton Inc. (2003): Organizing for Regional Transportation Operations Conference

Interview Jan Maarten vd Berg, Gemeente Amsterdam

Interview Peter de Wolff, Provincie Noord-Brabant

Interview Lieke Berghout en Reinout Liemburg, provincie Zuid-Holland

Interview Peter Jan Kleevens, Gemeente Utrecht

Interview Arjan Veurink & Patrick van Norden, Stadsgewest Haaglanden

Schriftelijk Interview, Leon Deckers, dS+V Rotterdam

Interview Siebe Turksma en Herman van der Vliet, Peek Traffic

Interview Peter Dubbelman, Vialis

Advertisement